Navigatietips:
© Jacques van der Meer, Tilburg, november 1998.
According to the Bible, developing a Christian mind is part of the very essence of discipleship unto the Lord Jesus. Uit: 'Loving your God with all your mind' - J.P Moreland(1)
Tegenwoordig wordt vaak gesteld dat het in het christelijk geloof niet zo belangrijk
is om een goed ontwikkeld verstand te hebben. Geloven is een zaak van het hart. Aan al dat
intellectuele gedoe heeft God niets. In dit artikel zullen we dit eens nader gaan
bekijken. We zullen verschillende bijbelpassages bekijken die vaak aangehaald worden om
het intellectuele tegen te gaan. Bij nader inzien zal blijken dat de argumenten die
daaruit volgen onterecht zijn. Het verstand telt wel degelijk in het christelijk geloof.
De God van de Bijbel
Onze God is een God van zowel rede als openbaring. De Bijbel leert ons bijvoorbeeld dat God alwetend is. God is volmaakt in kennis, (1 Samuel 23:11, Job 37:16, 1 John 3:20). De Zoon van God wordt door Johannes beschreven als de Logos (het Woord), waarvan sommigen menen dat dit de redelijkheid van Gods karakter benadrukt, de wijsheid die Hij geopenbaard heeft in de God-mens Jezus Christus. Andere schriftgedeelten wijzen op de redelijkheid van God, zo wordt Hij 'de enig wijze God' genoemd (Romeinen 16:27), of 'Hij is de God van Waarheid, die onmogelijk kan liegen'(Titus 1:2). Hij nodigt zijn schepselen uit om met hem te komen redeneren (Jesaja 1:18).
Wat een verschil met de God van de Islam, die zo transcendent is dat zijn wegen onbegrijpelijk zijn! Wat een verschil met het Boeddhisme waarin men elke vorm van redelijkheid wil ontvluchten! De Boeddhist moet zijn verstand achterlaten, maar de God van de Bijbel vereist verandering door de vernieuwing van ons verstand (Romeinen 12:1-2).
Het is ook niet verwonderlijk dat juist in Christelijk Europa de eerste universiteiten
opgericht werden en wetenschap ontstond. Door het geloof in deze redelijke God die het
menselijk verstand schiep en deze zo maakte dat ze kennis kan verkrijgen van Zijn
geschapen werkelijkheid, is zinvolle communicatie en weten mogelijk.
De rol van de Heilige Geest
Er zijn veel mensen die tegenwoordig denken dat intellectuele activiteit niet nodig is om
Gods openbaring te begrijpen. Daarentegen menen ze dat de Heilige Geest ons de betekenis
van een tekst direct zichtbaar maakt.
Maar is dit de juiste visie die de Bijbel ons toont? De rol van de Heilige Geest kan
beter gezien worden als leidraad voor ons verstand. De Heilige Geest leidt ons in het open
staan voor Gods Woord, wat sterk te maken heeft met de wil en het emotionele aspect van
het verkrijgen van kennis van Gods Woord. Dit betekent nog niet dat de inhoudelijke
betekenis van een tekst direct inzichtelijk is.
Er zijn verschillende schriftgedeelten die lijken te suggereren dat het niet nodig is om
intellectueel bezig te zijn, omdat de Geest ons precies verteld wat we moeten weten. We
zullen enkele van deze veelgenoemde passages nader gaan bekijken.
De eerste is 1 Corinthe 2:13-14: 'Hiervan spreken wij dan ook met woorden die niet
door menselijke wijsheid, maar door de Geest geleerd zijn, zodat wij het geestelijke met
het geestelijke vergelijken. Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de
Geest van God is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het
slechts geestelijk te beoordelen is'.
Deze passage gaat in op de onenigheid die er heerst in de kerk in Corinthe. Het woord
'aanvaardt' in de tekst is in het Grieks 'dechomai'. Dit
woord kan ook vertaald worden met 'het gewillig accepteren'. Deze uitspraak van Paulus
heeft alles te maken met de bereidheid van de gelovigen om de woorden van Paulus te
accepteren. Ze heeft niets te maken met het intellectueel verstaan van Paulus boodschap.
Ten tweede is het woord 'verstaan' in de tekst 'ginosko' wat de betekenis heeft van
'onderscheiden als waar en goed'. Het slaat opnieuw niet op het intellectuele verstaan.
Het werk van de Geest wordt gezien als de bereidheid van de gelovige om het Woord van God
te accepteren. De Geest kan ons door onze openheid helpen de diepere betekenis van een
tekst te verstaan, maar dit betekent geenszins dat we ons niet moeten inspannen deze te
verstaan.
Een vergelijking kan dit misschien verhelderen. Stel ik ben verdwaald in een donker bos.
Wat heb ik nodig om uit dit bos te komen? Ten eerste heb ik licht nodig om iets te kunnen
zien in het donker, maar dit is niet voldoende. Ik kan ook op klaarlichte dag verdwalen in
het bos, dus ik heb meer nodig dan licht. Wat ik ook nodig heb zijn wegwijzers die mij
veilig door het bos leiden. Zo kun je ongeveer het werk van de Heilige Geest zien. De
Geest geeft je licht en wijst je de weg door een moeilijke passage, of situatie die
beoordeeld dient te worden. Maar door het bos lopen met de wegwijzers als gids kan nog
moeilijk genoeg zijn, (wat als de wegwijzer niet altijd even duidelijk is?) Niemand zal
willen beweren dat zodra je de wegwijzers ziet, je meteen uit het bos bent. Je zult er
eerst nog doorheen moeten en dit zal inspanning vergen. Zo vraagt God om ons in te spannen
om Zijn Woord te begrijpen.
Een prachtig voorbeeld wordt ook gegeven in het Oude Testament. Wanneer de Israelieten
Egypte verlaten op weg naar het beloofde land, gaat God ze voor in een wolkkolom en 's
nachts in een vuurkolom. God leidt zijn volk en zij zijn bereid Hem te volgen, maar ze
zijn niet zomaar in het beloofde land, het vergt een lange tocht.
De mensen die menen dat het begrijpen van Gods Woord onmiddellijk gegeven is, gaan tegen
elke bijbelse visie in en tegen elke vorm van gezond verstand. En meer dan eens is al
gebleken hoe lelijk zij zich kunnen vergissen.
Geen lering nodig
In 1 Johannes 2:27 staat: 'en gij hebt niet van node dat iemand u lere; maar,
gelijk zijn zalving u leert over alle dingen, en waarachtig is en geen leugen, blijft in
Hem, gelijk zij u geleerd heeft'.
Deze tekst lijkt te suggereren dat we geen onderwijs nodig hebben. Ten eerste als dit zo was, dan hadden we Johannes niet nodig om ons dit te vertellen, we zouden dit namelijk direct weten door de zalving! Ten tweede getuigt het gehele Nieuwe Testament van het feit dat God leraren geeft om de mensen te onderwijzen. Waar Johannes op wijst zijn de gnostische leraren die menen dat er nog geheime inzichten in de Bijbel liggen, waar zij toegang toe hebben. Johannes wijst erop dat omdat wij gezalfd zijn door het offer van Christus, we geen zogenaamde aanvullende geheime kennis nodig hebben.
Tot zover twee passages die ingaan op de rol van de Heilige Geest in het begrijpen van
Gods Woord. In het volgende worden enkele argumenten besproken die menen dat intellectueel
bezig zijn tot dwaling leidt of anderzijds zinloos is.
Verkeerde interpretaties
Er zijn verschillende opvattingen die stellen dat het verstand geen prominente
rol speelt in de bijbel. Paulus zegt bijvoorbeeld in Colossenzen 2:8 dat niemand zich moet
laten misleiden door ijdel gepraat en misleidende filosofie. Sommige mensen gebruiken deze
passage om aan te tonen dat het niet goed is om seculiere studies te volgen, voornamelijk
filosofie. Paulus daarentegen wijst niet zozeer filosofie af, maar meer de filosofie die
tegen de kennis van God is. Er zijn studies genoeg die op zich niet tegenstrijdig met het
christendom zijn, maar die soms aanvulling of verbetering dienen te hebben.
Sommigen zijn van mening dat door de zondeval het menselijk verstand zo aangetast is dat ze uit zichzelf geen enkele kennis meer kan verkrijgen. Enkel wanneer je christen wordt, kun je ware kennis verkrijgen. Als dit al het geval zou zijn, dan betekent dit nog niet dat christenen hun intellect moeten verwaarlozen. Ten tweede wordt dit argument maar al te vaak gebruikt om niet-christenen af te wijzen, (hun verstand is immers vervallen), alleen de christen heeft ware kennis. Deze opvatting is duidelijk in tegenspraak met Romeinen 1:20.
Anderen zijn van mening dat geloof enkel een zaak van het hart is en niet van het
verstand. Ze wijzen dan vaak naar Mattheus 18:1-4, waar staat dat we als kleine kinderen
tot Jezus moeten komen. Nader beschouwd is het hier geenszins duidelijk dat het een
argument is tegen het intellect. Het lijkt veel meer een waarschuwing te zijn tegen mensen
die arrogant en gesloten zijn. Juist kleine kinderen zijn vol vertrouwen, open en nederig
genoeg. Verder is het onderscheid tussen hoofd en hart hier misleidend. De term 'hart'
heeft in de Bijbel verschillende betekenissen. Het hart verwijst ook naar het verstand
zelf (Rom 1:21; 2 Corinthe 4:6, 9:7; Efeze 1:18). Het is daarom niet overdreven te stellen
dat wanneer het woord 'hart' gebruikt wordt, meestal ook het intellect bedoeld wordt.
Onwetendheid de beste optie?
Een laatste argument dat genoemd wordt is dat we beter onwetend kunnen zijn. In Jesaja
55:9 staat namelijk dat Gods gedachten hoger zijn dan die van de mens, en in 1 Corinthe
8:1 staat dat kennis opgeblazen maakt. Daarom is het beter onwetend te zijn tegenover God.
Ook hier worden fundamentele fouten gemaakt. De eerste is: het feit dat Gods gedachten
hoger zijn dan wie ook, lijkt me zelf-evident. Niemand die zijn verstand gebruikt zal
daarmee willen zeggen dat hij aan God gelijk zou kunnen worden. Dus hoewel we erkennen dat
Gods gedachten veel hoger zijn dan de onze, is het nog geen argument om te zeggen dat we
Hem niet moeten dienen met ons verstand. Gods Liefde is ook veel hoger dan de onze.
Betekent dit dat we geen liefde moeten betonen? Wat betreft de arrogantie (opgeblazenheid)
van de kennis. Ten eerste is de waarschuwing van Paulus niet tegen kennis op zich, maar
een bepaalde houding tegenover die kennis. Ten tweede voor elke persoon die arrogant is
vanwege zijn kennis, is er altijd wel een persoon die schijnnederigheid vertoont aangaande
zijn onwetendheid. Zo zijn er christenen die trots zijn op het feit dat ze zo afhankelijk
en nederig zijn tegenover God, wat zoals je wel ziet een tegenspraak is. Dus de
opgeblazenheid van iemand komt niet zozeer voort uit het feit dat hij kennis bezit, ook
een onwetende kan opgeblazen zijn. Opgeblazenheid is meer een houding ten opzichte van
anderen.
Het belang van kennis en het verstand in het leven van de christen
Er zijn belangrijke passages in het Nieuwe Testament
die wijzen op het belang van het verstand.
1) Romeinen 12:2. 'En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd
(vernieuwd) door de vernieuwing van uw denken'.
Belangrijk is hier, dat het denken een prominente plaats inneemt als het gaat om
geestelijke vernieuwing. Juist door het verstand kun je erkennen wat de wil van God is.
2) In Mattheus 22:37-39. Gij zult de Here uw God liefhebben met geheel uw hart en met
geheel uw ziel, en met geheel uw verstand. Jezus wijst erop dat het gebod van God
liefhebben ook te maken heeft met het intellect en niet enkel het hart, wat vaak als zetel
van het gevoel genoemd wordt.
3) In 1 Petrus 3:15. Wees ten alle tijde bereid verantwoording af te leggen aan een
ieder die vraagt naar de hoop die in u is. Petrus wijst hier op het belang van het
geven van een reden voor het geloof in Christus. Het woord apologia wordt hier gebruikt,
wat betekent: het geven van een reden, of het geven van een argument.
Conclusie
De bijbel leert ons God lief te hebben met ons verstand en draagt ons op
redenen, of argumenten te geven aan mensen die ons ter
verantwoording roepen. We moeten niet gelijkvormig zijn aan deze wereld, maar vernieuwd
worden door ons denken.
Verschillende argumenten tegen het verstand werden in dit artikel gegeven. Aangetoond
werd, dat deze argumenten berusten op een verkeerd verstaan van of de context van een
passage, of op een verkeerde vorm van redeneren. Ook werd ingegaan op de rol van de
Heilige Geest. Deze vertelt ons niet blindelings wat er staat, maar helpt ons open te zijn
voor Zijn Woord, zodat wij het inzicht kunnen vinden. De Geest is meer als een lantaarn in
het donker en een richtingwijzer op ons pad tot het verkrijgen van kennis. Het verlicht
ons pad en stuurt ons in de juiste richting.
1. Moreland, J.P., 1997, Love your God with all your mind, Colorado Springs: NAVPRESS.
© Jacques van der Meer, Tilburg, november 1998
Aantal bezoekers sinds 1 dec. 1998:
UNIVERSI FINIS VERITAS!
Pagina Layout: Copyright ©
1998-1999 Stichting Europese Apologetiek
Pagina gemaakt op: 1 dec. 1998
Pagina bijgewerkt op 26 januari 2002