Das Prinzip Verantwortung 

door 

Hans Jonas

 

 

Samenvatting: Hans Jonas roept om een ethisch réveil. De wereldwijde problemen van de 21e eeuwse mens vraagt om een nieuwe benadering van ethiek, die gezocht moet worden in de verantwoordelijkheid. Om een ethiek van verantwoording wijsgerig te onderbouwen, moeten eerst de onderliggende principes die het handelen aansturen onderzocht worden. Jonas schuwt daarbij niet, tegen gevestigde meningen in te gaan. Zal hij echter in zijn project slagen?

 

Navigatietips:

 

Moeilijkheid:

1 = heel makkelijk, leuk
2 = populair
3 = serieus, academisch
4 = moeilijk
5 = onderzoek

Algemene disclaimer: zie onderaan


Boekgegevens:

Hans Jonas (1903-1993) Das Prinzip Verantwortung: Versuch einer Ethik für die technologische Zivilisation, 1979, Frankfurt am Main: Suhrkamp taschenbuch 1085


Overzicht:

De ethische imperatief en de terugkeer van de metafysica
De verantwoordelijkheid
Wat moet er gaan gebeuren?
Slot


Recensie door Jacques van der Meer

De centrale stelling van het boek van Hans Jonas, is dat er een nieuwe vorm van ethiek nodig is. De grote dreiging van ecologische rampen en vernietiging door technologische wapens vereist een veranderde houding van het menselijk handelen. Jonas vertrekt vanuit een ethisch appél voor een ethiek van verantwoordelijkheid voor het instandhouden van het menselijk welzijn. Deze heeft niet alleen betrekking op de huidige generatie, maar ook voor de garantie van menselijk welzijn voor de toekomstige generaties. Hij tracht vanuit dit appél een wijsgerige verantwoording te geven voor zulks een ethiek, en wil daarbij aangeven welke collectieve handelingen nodig zijn. Een uiteenzetting van het boek volgt.

Francis Bacon zei ooit dat de zondeval van Adam het verlies van controle van de mens over de natuur betekende, maar dat met de moderne wetenschap (techniek) deze controle weer hervonden zou worden. Hans Jonas stelt eeuwen later dat de heilsverwachting van de techniek omgeslagen is in een zichtbaar onheil. De mens heeft een graad van technische beheersing bereikt waarbij volledige vernietiging van het leven binnen zijn mogelijkheden ligt. Om deze ontwikkeling te veranderen en de techniek af te stemmen op het welzijn van de mens en de toekomst van de aarde, is er echter een andere ethische theorie nodig dan we tot nu toe hebben gehad. De bestaande ethiek heeft wel degelijk haar waarde, maar is vanwege de veranderde aard van het menselijk handelen door de techniek in onze tijd niet voldoende. De consequenties van het technische handelen voor de ecologische toestand van de aarde betekent een bepaalde onomkeerbaarheid. De vroegere ethiek ging veel meer uit van een niet- cumulatief effect van het handelen, zodat elke situatie min of meer op zichzelf beschouwd kon worden. In de nieuwe ethiek moet een breder bereik van de consequenties van het handelen ingevoerd worden. Dit wil zeggen dat in elk van onze overwegingen de consequenties voor het welzijn van toekomstige generaties meegenomen moet worden.

De constatering dat het ethisch handelen zo bepaald moet zijn dat de consequenties voor de toekomstige generaties meegenomen zijn, vereist een wijsgerige verantwoording, een apologie. Het betreft echter naast deze theoretische rechtvaardiging tevens een houding die ingenomen moet worden. Dit laatste komt voort uit de kloof die er altijd zal bestaan tussen feitelijkheid en voorspellend weten. De grondhouding die men steeds innam, is dat de techniek ons naar het rijk van de vrijheid zou brengen. Zij betekende in veel gevallen een ongebreideld optimisme, hetzij in utopische zin hetzij in een mildere vorm, waarbij een grondhouding ingenomen werd dat voor elk bestaand probleem er ter zijner tijd wel een oplossing zal komen. Jonas pleit echter voor een andere houding. De regel die onze houding moet bepalen met betrekking tot de besluitvormingen met consequenties in de tijd, is de "heuristiek van de vrees". We moeten in onze afwegingen vooraf aan het handelen meer gewicht leggen op de negatieve effecten van de techniek, dan op de heilzame werking die het heeft. Deze heuristiek wordt uiteraard aangestuurd vanuit het algehele besef dat onze biosfeer een ecologische tijdbom is, en onze macht door a-b-c wapens de totale vernietiging van de aarde met zich meebrengt.

De ethische imperatief en de terugkeer van de metafysica

Om een ethiek van verantwoording wijsgerig te onderbouwen, moeten eerst de onderliggende principes die het handelen aansturen onderzocht worden. Daarbij wil hij oude vooronderstellingen gaan bestrijden. Er moet gebroken worden met een antropocentrische ethiek die stelt dat de mens de enige waardebepaler van de uitwendige natuur is. Tevens toont Jonas aan, dat de bestaande vormen van ethiek die een toekomstdimensie lijken te bevatten, zoals een religie, een utopie en de anticiperende houding van de staatsman nog steeds op het hier en nu betrokken zijn als zij hun motieven en handelingen gaan concretiseren. Jonas wil daarom vanuit een imperatief vertrekken zoals deze bij Kant model stond. Kant stelde met zijn categorische imperatief het volgende: "handel zo dat jouw maxime een algemene wet kan worden." Zij is volgens Jonas te beperkt, want het is hier logisch goed mogelijk dat enkel het geluk van de huidige generatie gediend wordt, en zelfs dat de mensheid ophoudt te bestaan. Er gaat geen enkele verplichtende werking uit voor het welzijn van ons nageslacht. Daarom moet er een nieuwe imperatief komen die als volgt zou luiden: "handel zo dat in je keuze de toekomstige integriteit van de mens als mede-object van je willen gegarandeerd is". Tevens betekent deze imperatief dat ze veel meer de consequenties voor de mensheid als geheel impliceert, en in tegenstelling tot het individuele aspect van Kants imperatief, van begin af aan afgestemd is op het welzijn van het collectief. De nieuwe ethiek stelt naast een bredere tijdshorizon dan voorheen, ook de collectieve praxis boven de individuele praxis.

Deze imperatief impliceert dat er een nageslacht moet zijn en dat de mensheid blijft bestaan. Jonas wil via een metafysische fundering van deze imperatief, aantonen dat deze verplichting er ook werkelijk is. Daarom moet in eerste instantie gebroken worden met een subjectivisme met betrekking tot waarden. De uiteenzetting die Jonas ontvouwt, begint met een verdediging voor metafysica in het algemeen. Vervolgens wil hij aantonen dat uit het zijn het behoren valt af te lezen. Tenslotte dat de natuur doelen in zichzelf heeft en daarmee samenhangend dat uit deze doelen ook waarden volgen.

Hij moet met betrekking tot de metafysische fundering van de ethiek twee dogma’s ontzenuwen. In de eerste plaats het dogma dat er geen metafysische waarheid is, en ten tweede het dogma dat uit het zijn niet het behoren afgelezen kan worden. Dit laatste dat zogenaamd vanuit de natuurwetenschap gemotiveerd wordt, gaat echter uit van vooronderstellingen die buiten de reikwijdte van deze natuurwetenschap liggen en zijn als zodanig metafysisch van aard. Daarom kan Jonas zich concentreren op het eerste dogma. Het eerste dogma veronderstelt een bepaalde opvatting over wat weten is dat niet verder gefundeerd kan worden. Als zodanig spreekt zij niet het beslissende woord spreken over het bestaansrecht van de metafysica. Jonas stelt terecht dat elke positie een metafysische stellingname is, en daarbij legitimeert hij zijn eigen onderneming voor een metafysische fundering van de ethiek.

De "sleutel tot het succes" moet een overtuigende argumentatie zijn voor zulks een onderneming. Jonas moet kunnen aantonen dat er een opvatting over waarden bestaat die bevrijd is van nihilistische uitgangspunten. Vanuit een onderzoek naar doelgerichtheid in de natuur, wil hij die ontologische grond voor waarde gaan vinden. Dat doelgerichtheid in het algemeen enkel aan een bewustzijn toegekend wordt, bestrijdt Jonas. In de eerste plaats bekritiseert hij daarom de radicale tegenstelling tussen mens en natuur die aan dit denken onderliggend is. De mens komt voort uit de natuur en is daarom intrinsiek verbonden met de natuur. Aangezien het subjectieve uit de natuur voortkomt, is het dus ook geworteld in de natuur en in continuďteit met haar. Daarom participeert zowel de mens als de natuur aan doelgerichtheid. Deze conclusie heeft, hoewel logisch gezien ze niet erg sterk is, toch haar eigen plausibiliteit en kan daarom voor de verdere gedachtegang van Jonas aangenomen worden. Dat de natuur doelgerichtheid vertoont wint aan kracht bij Jonas vanwege het feit dat uiteindelijk het tegendeel niet aangetoond kan worden. De natuurwetenschap die een belangrijke stem heeft in het uitsluiten van doelgerichtheid in de natuur, doet dit op grond van haar methodiek. Op zich is het terecht zegt Jonas dat de natuurwetenschap geen uitspraken doet over teleologie, maar ze vertelt echter niet het hele verhaal wat er over de natuur te zeggen valt. Jonas maakt daarom duidelijk onderscheid tussen wetenschappelijk en filosofisch weten.

Van doelgerichtheid wordt de stap gemaakt naar waarde. Kan van deze doelgerichtheid van de natuur ook gesteld worden dat zij waarde impliceert?. Het lijkt erop dat elke doelgerichtheid van de natuur verbonden is met het Zijn. Immers elke doelgerichte handeling is een uiting tegen het niets en dus verbonden met het Zijn en drukt daarmee het Goede uit. Is dit Goede ook nastrevenswaardig voor de mens en belangrijker nog: heeft het verplichtende implicaties? Jonas stelt wel van wel. De mens kan uiteraard waarde nastreven als een goed, maar daarmee kan hij dit naar zijn eigen willen invullen. Echter als we uitgaan van het Goede als zodanig, impliceert dit een nastrevenswaardige houding die los staat van persoonlijke willekeur. Dit betekent echter wel dat er een motivering moet zijn van onze wil buiten onze eigen direct persoonlijke verlangens om, om te handelen in overeenstemming met dit Goede. Dit veronderstelt het bestaan van de affectiviteit die ons tot dit handelen aanzet en dat tevens een gevoel van verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Naast de geldigheid van de ethische bepaling moet het appél ons aansturen vanuit onze affectieve vermogens. Verschillende ethische theorieën hebben dit affectieve ook wel benadrukt, maar zij hebben niet alle voorwaarden die Jonas in de ethische theorie wil zien. Ze zijn ofwel te subjectief, ofwel laten het appél van verantwoordelijkheid onderbelicht. Ook bij Kant is er een emotioneel element, echter dit richt zich tot een idee (de eerbied voor de wet), en dat is volgens Jonas niet voldoende om ons tot verantwoordelijk handelen aan te zetten. Alleen het concrete, het object en niet het idee kan ons werkelijk motiveren tot handelen.

De verantwoordelijkheid

Belangrijk in de ethiek die Jonas ontwikkelt, is de invulling die het begrip verantwoordelijkheid krijgt. Zij heeft in de bestaande ethiek niet voldoende aandacht gekregen. Vanwege het eerdergenoemde feit dat de aard van het menselijk handelen veranderd is door de komst van de techniek, moet zij nader bepaald worden. Verantwoordelijkheid is een functie van macht en weten. Ze heeft betrekking op datgene wat binnen mijn macht ligt of er door beďnvloed wordt en wat een appél op mij doet. Ze heeft ook betrekking op de plicht die bijvoorbeeld aangegaan wordt met het aannemen van contractuele verantwoordelijkheid in een arbeidsverhouding of in het specifieke geval een politieke functie, of met de natuurlijke verantwoordelijkheid die een ouder heeft om voor zijn kind te zorgen. Zo is ze dus in lijn met het voorgaande dat alleen een object (en niet een idee) een appel op ons doet, en ons tot verantwoordelijk handelen aanzet. Jonas gaat vervolgens over naar de overeenkomst tussen verantwoordelijkheid bij een staatsman en een natuurlijke verantwoordelijkheid van de ouders. De staatsman is verantwoordelijk voor het algemene en dus voor de zaak van allen, de ouder voor het particuliere, zijn eigen kind. Volgens Jonas is de overeenkomst dat beiden voor een totaliteit verantwoordelijk zijn, dat tevens continue van aard is. Daarnaast is er overlap tussen beide soorten van verantwoordelijkheid. De ouder voedt het kind op tot waardig participant van het maatschappelijk leven. Jonas argumentatie van de consistentie van het verantwoordelijkheidsbegrip, in het doortrekken van verantwoordelijkheid van een particuliere situatie naar het algemene van verantwoordelijkheid, betreft ook de aansluiting van de twee op elkaar. Zijn betoog heeft hierbij de kenmerken van wat in christen-democratische kring het subsidiariteitsbeginsel wordt genoemd. De ouder en de staatsman hebben hun eigen competentie en gebied van verantwoordelijkheid. Daarmee is tevens de verbinding tussen de twee verantwoordelijkheden aangegeven vanwege het feit dat in beide gevallen ze betrekking hebben op de menselijke gemeenschap waarin de verantwoordelijkheid haar vervulling vindt. Er is dus een analogie van het bijzondere natuurlijke moment van ouderlijke verantwoordelijkheid - dat als het ware de stap van zijn naar moeten legitimeert- , die naar het algemene politieke moment van verantwoordelijkheid doorgetrokken wordt. Daarom kan hiermee gezegd worden, dat verantwoordelijk zijn een essentieel element van mens zijn betekent en niet louter willekeurig is.

De tweede functie van verantwoordelijkheid is naast macht, het weten. De ouderlijke verantwoordelijkheid betekent een bepaald einde als de kinderen zelfstandig zijn. Voor de staatsman betekent het echter dat hij opgevolgd wordt. Hij moet daarom in zijn handelingen steeds rekening houden dat hij het toekomstig handelen van zijn opvolgers niet belemmert. Het politieke handelen dat tevens de toekomstgerichtheid in ogenschouw moet nemen, staat in onze tijd echter voor een duizelingwekkende complexiteit. De veranderingen in het technische bestel volgen elkaar zo snel op dat het vrij moeilijk is van te voren te weten wat er zal gaan gebeuren. De paradox is dat onze mogelijkheden toegenomen zijn, maar we daarbij minder in staat zijn de toekomstige consequenties van onze mogelijkheden te overzien. Daarom krijgt het begrip verantwoordelijkheid bij Jonas zo’n grote nadruk. In de eerste plaats is de techniek een machtig wapen geworden in onze beheersing van de aarde. Ten tweede zijn we door de manifeste problematiek die onze biosfeer bedreigd vanwege deze technische mogelijkheden, onze naďviteit kwijt geraakt dat er voor elk probleem er wel een keer een oplossing zal komen. In de derde plaats kan deze verantwoordelijkheid ook gezien worden ten aanzien van de natuur als een object dat eigen waardigheid bezit. Omdat Jonas eerder de verbondenheid van de mens en de natuur beargumenteerde omdat de mens uit de natuur voortkomt, impliceert dit ook een eerbied voor de eigenheid van deze natuur.

 

Wat moet er gaan gebeuren?

De dreigende situatie van ons leefklimaat riep de noodzaak op voor een nieuwe ethiek.

De genoemde verantwoordelijkheid zal ons nopen om in ons handelen een conserverend beleid te voeren ten aanzien van de ecologische bronnen. Met de nadruk op de verantwoordelijkheid mogen we niet meer blind ons vertrouwen op de techniek stellen. "De heuristiek van de vrees" zal ons tot de overtuiging brengen dat de groei van de wereldeconomie beperkt moet worden. Jonas pleidooi heeft sterke overeenkomsten met wat men "de economie van het genoeg" noemt, en is een ferme afwijzing van het kapitalisme met haar groei als voorwaarde. Aangezien deze rem op de groei van welvaart alleen kan geschieden wanneer er offers gebracht worden, is het een zaak van collectief belang. Jonas ziet daarom meer heil in het collectief van het marxisme dan in het liberalisme (nb: en waarom niet het fascisme, uitstekend in staat om een collectief in beweging te krijgen?). Het marxisme is veel meer in staat om het geheel te mobiliseren, maar het moet zich dan wel ontdoen van haar utopische aspiraties, want die zijn voor een groot deel medeverantwoordelijk voor de milieuproblematiek.

Een gevoelig element dat Jonas ook ter discussie stelt is de status van de democratie. Vanwege de crisissituatie moeten er drastische maatregelen genomen worden. De liberale democratie zal vanwege haar compromis karakter echter niet snel genoeg tot slagvaardige besluitvorming komen. Het is daarom wellicht beter dat zoiets als een verlichte elite de beslissingen neemt om het toekomstig voortbestaan van de mens te garanderen, dan dat het volk tot het inzicht komt welke juiste beslissingen genomen moeten worden. Aangezien de inspanningen die gemaakt moeten worden een grote collectieve onderneming betreft, kan misleiding een gerechtvaardigd principe zijn om het doel te bereiken. Jonas vervalt hier mijn inziens in dezelfde fout die de marxisten maakten. De waardigheid van het individu wordt hier opgeofferd voor een te behalen collectief resultaat. Tevens zal dit gaan ontaarden in een vuile machtsstrijd tussen verschillende belangenorganisaties. Jonas hoeft voor het principe van misleiding in het geheel niet de democratie op te offeren. Hij zou eenvoudig een beroep kunnen doen op de manipulatie van de massa-media en de vermenging van politiek en maatschappelijk middenveld, zoals bij de one-issue organisaties in onze tijd. Het principe van misleiding is een uiterst effectief middel om via de publieke opinie en allerhande lobby praktijken invloed te houden. Een kampioen op dit gebied is natuurorganisatie Greenpeace, zoals onlangs in een uitgebreid omslagartikel van het opinieblad Elsevier te lezen was en wat de stichting Heidelberg Appeal Network (HAN) al jaren duidelijk maakt. Om het machtsbelang van de organisaties groot te houden is het principe van misleiding een standaardonderdeel. Bij Greenpeace zullen ze vast Jonas gelezen hebben.

Dat daarnaast de misleiding gerechtvaardigd is, nadat Jonas eerst een metafysische fundering van het Goede in het Zijn gegeven heeft, lijkt verdacht veel op een post-hoc redenering, waarbij de eigen agenda onder het mom van metafysica verkondigd wordt. Want waarom is het Ware niet verankerd in het Zijn en heeft zij een minder verplichtend karakter dan het Goede?

Slot

Het slotakkoord waar zijn machiavellistische principe van misleiding voor het collectieve resultaat ethisch verwerpelijk is, en tevens strijdig is met zijn onderneming, want hij wil vanuit zijn nieuwe ethiek het politieke handelen aansturen. Dit betekent dus de aristotelische verhouding dat politiek een aspect van de ethiek is.

Het pleidooi van Jonas dat het mogelijk moet zijn om van bovenaf maatregelen te nemen om het collectief te sturen, zal vooral politici van linkse signatuur erg aanspreken. Ze hebben dan met dreigingen voor milieu rampen een machtig wapen om hun aartsvijand kapitalisme te bestrijden. Jonas uitbouw van ethiek en verantwoordelijk handelen zie ik ook niet als neutraal. Er zit teveel ideologische agenda achter.

Het gaat tevens om een herwaardering van de eigenheid van de natuur tegenover de technologische heerszucht van de mens. Echter laat ze voor mij veel vragen openstaan. Het belangrijkste probleem is dat voor mij niet duidelijk wordt bij Jonas, hoe het conflict tussen mens en natuur begrepen moet worden. Jonas pleit voor een herwaardering van de natuur, maar gaat wel uit van een antropocentrische ethiek dat stelt dat de natuur beschermd moet worden vanwege de permanentie van menselijk leven. De uitwendige natuur blijft hier in zekere zin een instrumentele functie behouden. Jonas maakt voor mij ook niet duidelijk wanneer de mens ruimte moet bieden voor de natuur. Hij kan op meerdere manieren geďnterpreteerd worden. In allerlei ecocentrische bewegingen bijvoorbeeld worden soms radicale pleidooien gehouden, waarbij de mens moet wijken voor de natuur. Maar deze (over)waardering van de natuur blijkt ook bedreigend te zijn voor de imperatief dat er nog mensen zullen zijn in de toekomst. De natuur is niet zomaar een lieve moeder, ze is het veld waar overleefd moet worden. Jonas laat het gevoel na, met de ene hand aan te bieden en met de andere hand weer terug te trekken. Dit heeft mede te maken met het simpele feit dat we gewoon niet goed weten wat de toekomst zal brengen. Je laten leiden door vrees, is in zekere zin ook wel een makkelijke houding en niet de exclusief verantwoordelijke. Het zal er mede mee te maken hebben in hoeverre wij bereid zijn om veel te investeren in milieu technieken, maar daarvoor hebben we een marktplus-model nodig waarbij groei nodig is.

Jonas wil koste wat kost een wijsgerige verantwoording geven zonder religieus te worden. Het lijkt me dat Jonas voor zijn imperatief en zijn verantwoordelijkheidsethiek niet voldoende heeft aan een metafysische fundering. In de eerste plaats omdat de waarden die uit het Zijn volgen, vaak een zelf-evidentie missen. Daarom heeft men ook nooit eenduidige overeenstemming gevonden over wat bij de natuurwet hoort (homoseksualiteit, het bestaan van God, etc). In de tweede plaats heeft Jonas pleidooi voor verantwoordelijkheid sterke overeenkomsten met het christelijke rentmeesterschap. Belangrijk daarbij is dat juist religie uitstekend in staat is om tot collectief handelen over te gaan, niet metafysica. Het appél dat van religie uitgaat is sterker dan een abstract besef van het Goede, hoeveel affectieve momenten je daar ook bijzet. Daarom zet het hele pleidooi voor het Goede naar mijn idee niet meer aan tot handelen dan bijvoorbeeld Kants regulatieve idee.

 

 

 

© Jacques van der Meer, Tilburg, april 2001


Aantal bezoekers sinds 8 juni 2001

 


UNIVERSI FINIS VERITAS!

Site Design: Copyright Pagina © 1998-1999 Stichting Europese Apologetiek
Pagina gemaakt op: 8 juni 2001
Pagina bijgewerkt op:

 

Algemene disclaimer:
Het is de bedoeling van de stichting Europese Apologetiek (verder aangeduid met: "de stichting") om wetenschap en onderzoek te bevorderen. Het is geenszins de bedoeling van de stichting of van de evtl. auteurs van artikelen om mensen te kwetsen of hen een slechte naam te geven, maar integendeel te helpen qua rationele inzichten en te waarschuwen voor mogelijke gevaren, zoals sekten en andere dubieuze bewegingen. De inhoud van de artikelen, recensies, enz. vertegenwoordigt de mening van de auteurs en niet per se van de stichting. 
M.b.t. het toeschrijven van sommige (bijv. sektarische, onethische, irrationele, bijgelovige, occulte, enz.)  eigenschappen aan bepaalde groepen, stromingen of individuen op webpages van deze site: het gaat hier alleen om meningen en niet om stellingen van juridische kracht; er wordt alleen aangegeven dat er mogelijkheid is voor het toewijzen van die eigenschap(pen) aan de genoemde groepen. Dit geldt ook voor de keuze van links naar andere sites, of links naar offsite artikelen. 
Hiermee bent u, bezoeker van deze site, erop attent gemaakt dat de pagina's en de links op deze site, u kunnen confronteren met kritische meningen. Het is geheel uw eigen verantwoording als u ervoor kiest om verder te gaan kijken en de stichting stelt zich hiervoor niet aansprakelijk.