door
Samenvatting: Een Britse hoogleraar in de filosofie levert een vlijmscherpe kritiek op het verval van de hedendaagse westerse cultuur en ziet enkel nog hoop in de tradities van de overgeleverde religies en de menswaardige erfenis van de klassieken.
Navigatietips:
Algemene disclaimer: zie onderaan
Moeilijkheidsgraad: 2-3
O'Hear, Anthony. After Progress, finding the old way
Forward London: Bloomsbury Publishing, 1999.
ISBN: 0 7475- 43860
Pagina's: 270, Hardback
Bestellen via :
Introduction: Progress and Its Discontents.........................1
1. Images of Enlightment...................................................7
....Francis Bacon: The Shattering of the Idols....................8
....Newton's World Machine...........................................13
.....Enlightment Optimism: Science, Reason and Society....16
2. The Counter Enlightenment...........................................27
....Rousseau.....................................................................28
....Herder and The Particularity of Culture.........................32
....Burke and de Maistre: Prejudice Defended...................38
3. Two Hundred Years of the Progress of Reason.............49
....Reason, Equality and Human Rights: Immanuel Kant......49
....Utilitarianism.................................................................55
....Reason Destructive of Reason.......................................60
....Darwinism.....................................................................62
....Marxism........................................................................68
....Freud............................................................................71
....The Achilles
Heel...........................................................73
....Constructive Rationalism................................................74
....Faith in
Science..............................................................85
4. The Uncertainty of Progress............................................91
....Whig of
History..............................................................94
.....Putting the Clock Back..................................................100
.....Rhetorical
History..........................................................103
.....History and
Evolution.....................................................105
5. Thinkers of
Loss.............................................................109
....Plato...............................................................................109
....Aristotle..........................................................................122
....Augustine: Original Sin and the Two Cities........................126
....Renaissances...................................................................131
....De Tocqueville and the Mediocrities of Democracy..........134
....Nietzsche........................................................................143
....The Pessismism of the Nineteenth Century.......................150
....Splenger: The Decline of the West...................................153
6. The Twenthieth Century.................................................. 157
....Profit and
Loss................................................................157
....Religion...........................................................................162
....Philosophy.......................................................................169
....Art...................................................................................177
....Education and Psychology.................................................190
....Politics, Media and
Sport..................................................206
Conclusion............................................................................227
Bibliography and
Sources......................................................253
Index....................................................................................261
In Nederland is er een discussie op gang gekomen over de vraag of behoudende
christelijke politieke partijen hun deuren moeten openen voor conservatieven,
die op een aantal belangrijke politieke opvattingen (op het gebied van moraal) op één lijn zitten met de christenen, maar niet
praktizerend christen zijn. Om een duidelijke beslissing hierin te kunnen nemen
zouden christenen die politiek actief zijn veel kunnen leren van het boek van
Anhony O'Hear, After Progress, finding the old way forward.
O'Hear kijkt aan het einde van het tweede christelijke millenium terug op de
ontwikkelingen die onze cultuur gevormd hebben zoals ze nu is. Ondanks de grote
vooruitgang en verbetering die vooral in materieël opzicht de westerse wereld
kenmerkt, hebben we vooral ook verloren de afgelopen eeuwen. Vooral waarden die
nauw verbonden waren met religie en die hun uitdrukking vonden in de kunst,
muziek, literatuur en moraal. Het allesdoordringende rationalisme van de
afgelopen eeuwen en haar evenzogoed desastreuze consequenties ten aanzien van de
(inter)menselijke waarden, doet O'Hear concluderen dat alleen de religie de mens
kan motiveren om zich eerlijk en recht aan te kijken in de spiegel. Enkel de
religie lijkt de mens te kunnen redden van totale zelfdestructie.
De toestand van de wereld in 1999-2000 doet ons concluderen dat we veel vooruitgang hebben geboekt de afgelopen eeuwen. De meesten hebben genoeg te eten, voldoende kleding en een huis om in te leven. Kwesties als mensenrechten, gelijkheid en democratie zijn waarden die steeds meer terrein lijken te winnen in de wereld. Toch gaat dit boek niet over het succes van de vooruitgang, maar over verlies. Want ondanks de materiele welvaart en toename van gelijkheid onder mensen, is er een afname van geestelijke waarden te bespeuren. O'Hear laat in zijn boek zien hoe dit zo gekomen is, welke ontwikkelingen daartoe hebben bijgedragen en vooral wat de consequenties daarvan zijn.
Het is hedentendage erg populairom kritiek te leveren op een tijdsperiode in
onze recente geschiedenis die de Verlichting heet. Kenmerkend voor de
Verlichting is het optimisme dat de mens heeft om op basis van zijn eigen
redelijke vermogens de toekomst naar zijn hand te zetten. Het optimisme dat de
wereld steeds beter wordt als we ons laten leiden door datgene wat met de rede
inzichtelijk te maken is. In dat proces van Verlichting moeten we de ballast van
het verleden van ons afgooien: traditie en overgelverde religie worden in de
meeste gevallen gewogen en te licht bevonden. Hoewel de daadwerkelijke
tijdsperiode van de Verlichting reeds achter ons ligt, zijn haar idealen nog
springlevend in de hedendaagse politiek.
O'Hear levert ook kritiek op deze ontwikkelingen, maar in tegenstelling tot
het nihilisme en relativisme van veel post-moderne filosofen, wil O'Hear
teruggrijpen op datgene wat ooit het leven zinvol maakte. O'Hear gelooft in het
bestaan van waarheid en absolute waarden en in die zin geeft hij niet alles op
wat men ten tijde van de Verlichting ook geloofde.
Met Francis Bacon begon de Verlichting wanneer hij stelde dat we ons moesten
laten leiden door onze ervaring en observatie van de dingen om ons heen en niet
door de dogma's van de Kerk. Het doel van deze ontwikkeling was het verbeteren
van de menselijke toestand: het elimineren van pijn en het cultiveren van
plezier. Het zijn de "feiten" die ons vrijmaken. In zijn utopie "The
New Atlantis" (1627) zien we de uitdrukking van dit ideaal, door een
samenleving die geregeerd wordt door natuurwetenschappers die de mensheid in de
eeuwige toestand van geluk zullen brengen. Alles wordt gebracht onder deskundige
leiding van de natuurwetenschappers. Een soortgelijk geloof was vrij algemeen in die
tijd, zeker wanneer we ons realiseren dat de natuurwetenschap veel vooruitgang boekte
en hoop bood om tal van vragen te gaan beantwoorden die tot dan toe onoplosbaar
leken te zijn. En wanneer ze zoveel van de natuur kan verklaren, waarom dan ook
niet de menselijke samenleving?
Ondanks de vele optimistische geluiden uit die tijd, was er ook toen al
kritiek. Herder was een criticus. Hij ontkende dat de methoden van de
natuurwetenschappen op de menselijke geschiedenis en gemeenschap toegepast
konden worden. Hij beschuldigde het Westen van arrogantie, overheersingsdrang en
argumenteerde dat haar methoden in het geheel niet universeel geldig zijn. Ook
mensen als Burke en De Maistre hadden veel kritiek, zij stonden bekend als
critici van de Franse Revolutie. Zij doorzagen toen al de beperkingen.
Maar het geloof in vooruitgang ging verder, ook toen bleek dat er op moreel
gebied veel verbeterde. Gelijkheid en rechten van mensen werden steeds meer
benadrukt. Toch groeide er een probleem: het toenemende reductionisme van de
natuurwetenschappen leek ook de mens te gaan verpletteren. Immanuel Kant bracht
redding door de mens bewoner van twee werelden te maken. De mens is deel van de
fysische wereld waar de wetten van Newton gelden en de mens is deel van een
vrije wereld, waarin hij als redelijk autonoom en vrij wezen leeft. Het denken
van Kant heeft veel invloed gehad op ons hedendaagse denken over mensen, als
vrije gelijke, rationele en autonome wezens die beslissingen kan maken op basis
van zijn eigen goeddunken, die zichzelf de wet voorschrijft.
De redding van Kant kon geen standhouden toen Marx, Darwin en Freud op het toneel verschenen. Zij zijn mede de denkers geweest die de hoogtij van het optimisme deden ombuigen in een beeld van de mens als een verstoord en duister wezen, die geleid wordt door krachten en instincten die hij zelf niet onder controle heeft. De grote fout die O'Hear ziet in de redeneringen van hun volgelingen, is het feit dat wanneer onze redelijke vermogens voortkomen uit niet-redelijke processen en gedreven worden door niet-redelijke krachten, ook de redeneringen die deze personenen als waar en redelijk presenteren als niet-redelijk bestempeld moeten worden. Als Freud zegt dat al onze redeneringen voortkomen uit irrationele lusten, dan zijn ook de redeneringen van Freud irrationeel.
In het hoofdstuk de 20e eeuw gaat O'Hear in op verschilende gebieden van de
leefwereld die beinvloed zijn door de ontwikkelingen van de afgelopen eeuwen.
O'Hear is niet optimistisch wanneer hij het rijtje van filosofie, kunst,
religie, educatie, politiek, media, educatie en psychologie afgaat. Met vrijwel
alle ontwikkelingen is hij het oneens. De religie werd vrijzinnig en daarom
onzinnig. De kunst werd steeds banaler en platvloerser. De filosofie werd steeds
reductionistischer, irrationeel en sofistisch. Educatie werd steeds meer een
pragmatische aangelegenheid waarbij de taak van de docent meer gericht is op het
ontwikkelingen van een stukje zelfwaarde van de student. Een erfenis die hij
toeschrijft aan het denken van Rousseau. Daarmee samenhangend ziet hij de enorme
groei van de psychologische hulpverlening als een gevolg van een steeds lager
welbevinden door de a-morele rhetoriek van zelfwerkelijking. Daarnaast levert
hij grote kritiek op de regerinspartij in zijn eigen land: De Labour Party die
blijkbaar "social engineering" als hoogste goed heeft bestempeld, maar
bij dit alles het belangrijkste over het hoofd zien: de zonde van het menselijk
hart.
Uiteindelijk ziet hij nog hoop in de oude wijsheden van de grote godsdiensten,
die een realistischer beeld geven van de menselijke toestand. Helaas laat O'Hear
dan na wat in zijn gehele boek leek door te schemeren, namelijk dat hij terug
zou gaan naar het christendom, met haar visie van vergeving en verlossing,
waardigheid en hoop. O'Hear ziet verschillende godsdiensten als gedeeltelijke
openbaringen van waarheid of haar inhouden als belangrijke wijzers naar
waarheid.
Hij gaat hier maar heel oppervlakkig op in, en dat is zijn redding. Want wie wat
dieper op de verschillende godsdienstein ingaat kan niet anders dan tot de
conclusie komen dat ze fundamenteel tegenstrijdige uitspraken doen over de aard
van de werkelijkheid en de toestand van de mens. De uitspraak dat de verschillende godsdiensten belangrijke waarheden meedelen kan O'Hear enkel doen
wanneer hij een criterium heeft waaraan hij de uitspraken van de godsdiensten
kan beoordelen. In zijn gehele boek lijken het de waarheden te zijn die het
christendom altijd verkondigt heeft, die hij omarmt, mede omdat deze waarheden
onze westerse cultuur op zoveel manieren gevormd en beinvloed hebben. Hopelijk
zal O"Hear doorgaan deze verder te onderzoeken.
Het boek is geschreven door een niet-christen, met een duidelijke
conservatieve overtuiging, die veel te vertellen heeft. Zeker vanuit zijn
positie als hoogleraar filosofie van de universiteit van Bradford en als
Director van de Royal Institute of Philosophy in Engeland, is zijn boek voor
christelijk betrokken politici een steun in de rug. Het toont nog eens aan dat
er niet-christenen zijn van goede wil die belangrijke waarheden inzien. O'Hear
is opnieuw een voorbeeld van een intellectueel die zich aangetrokken voelt tot
het christendom.
Tot slot wordt nog een lange passage uit het boek weergegeven die mijn
inziens exact de kern van het boek weergeeft, een passage die voor de lezer van
deze recensie hopelijk een prikkeling zal zijn om het boek te gaan lezen.
"Thrown enterily, if undramatically, on our own resources, we realize at least implicitly, how ill-equipped we are as a society to confront the fundamental enigmas of the human condition: not just the death, sickness and unhappiness that are the lot of us all, but even more fundamentally what it is that elevates the human life above the material and the animal, and gives life its worth, its dignity and its point. The worry is that without a sense of what this might be, human life will barely rise above the material and the animal, and what biology tells us about ourselves will become the truth about our condition. If any attitude is appropriate at the turn of the millenium it is humility. We should cultivate a realization of what has been lost in getting to where we are today, a realization of the parlousness of our situation, humanly and spiritually. Our worries over genetic, medical and other scientific advances are telling symptoms of our condition: that as a society we haven't a clue how to combine a sense of human dignity and of the sacredness of life with the technologies we have now available, and which, as things stand, are bound to be used to transform our lives, further eroding any sense we have of life as sacred. Our politics and our mass-media are given only to the satisfaction of desire at the lowest and grossest leve, and to the nurturing of lying discourses of equality. We look in vain for guidance from orthodox religions. The arts seem for once really to do no more than reflect what we are; in this case they reflect our degradation, and offer no enlivening or elevating vision. Education and psychology turn increasingly inwards, in vain attempts to build up the self-esteem of people who, apart from the sacred cow of egalitarianism, have been given no reason collectively of individually to think that they have any basis for being esteemed; at the time, we dismantle the structures that might elevates selves by getting us to turn our minds to things that are really worth pursuing. If redemption is to come, it has to come from outside the things that science and contemporary politics have to offer. It has to come from outside us altogheter, from a recognition that our efforts on their own are not enough....)"
Uit: After Progress, blz 246-248.
© Jacques van der Meer, Neuilly en Donjon, 2000.
Aantal bezoekers sinds 30 aug. 2000:
UNIVERSI FINIS VERITAS!
Pagina
Layout: Copyright © 1998-2000 Stichting Europese Apologetiek
Pagina gemaakt op: 30 aug. 2000
Pagina bijgewerkt op:
Algemene disclaimer:
Het is de bedoeling van de stichting Europese Apologetiek
(verder aangeduid met: "de stichting") om
wetenschap en onderzoek te bevorderen. Het is geenszins de bedoeling van de stichting of van de
evtl. auteurs van artikelen om mensen te kwetsen of hen een slechte naam te
geven, maar integendeel te helpen qua rationele inzichten en te waarschuwen voor mogelijke gevaren, zoals sekten en andere dubieuze bewegingen. De inhoud van de artikelen, recensies, enz.
vertegenwoordigt de mening van de auteurs en niet per se van de stichting.
M.b.t. het toeschrijven van sommige (bijv. sektarische, onethische,
irrationele, bijgelovige, occulte, enz.) eigenschappen aan bepaalde groepen,
stromingen of individuen op webpages van deze site: het gaat hier alleen om meningen en niet om
stellingen van juridische kracht; er wordt alleen aangegeven dat er mogelijkheid is voor het toewijzen van die eigenschap(pen) aan de genoemde groepen. Dit geldt ook voor de keuze van links naar andere sites, of links naar offsite artikelen.
Hiermee bent u, bezoeker van deze site, erop attent gemaakt dat
de pagina's en de links op deze site, u kunnen confronteren met kritische meningen.
Het is geheel uw eigen verantwoording als u ervoor kiest om verder te gaan kijken en
de
stichting stelt zich hiervoor niet aansprakelijk.